De lengte van de stoppel die de maishakselaar laat staan, is misschien niet het eerste waarover je nadenkt als de loonwerker het perceel oprijdt. Toch kan de stoppellengte een verschil maken. Volgens het Handboek snijmais ligt de optimale stoppellengte tussen 10 en 15 centimeter.
Wanneer je de maïsplant lager afmaait betekent dat er meer grond in het voer komt. Het onderste stuk van de stengel is immers vaak bevuild met grond. Wanneer je stoppel 10 centimeter langer laat, neemt de VEM-waarde met zes eenheden per kilo drogestof toe. Het drogestofgehalte neemt met 0,6 procent toe als je de stoppel 10 centimeter langer laat. Dat komt doordat de stoppel en stengels een hoger vochtgehalte hebben en minder goed verteerbaar zijn. De totale drogestofopbrengst daalt echter met 2,5 procent als je een stoppel laat staan die 20 of 25 centimeter is. De voederwaardeopbrengst daalt dan met twee procent. Over het algemeen geld dat het verhogen van de stoppellengte een dure methode is om de voederwaarde te verhogen.