Adviesbureau Valacon-Dairy onderzocht op drie bedrijven de bruikbaarheid van dike fractie als boxbedekking. Hoewel de resultaten redelijk positief stemmen, kleeft er voor veehouders met weinig mais in het rantsoen een nadeel aan mestscheiding.
Valacon-Dairy verzamelde de resultaten van vier bedrijven die alle vier dezelfde scheider gebruiken. Bij die vier bedrijven werd de capaciteit van de scheider in tonnen per uur vastgelegd. De capaciteit van de scheider is één tot vier keer vastgelegd, dat verschilt per bedrijf.
Meer dan 9 ton per uur bij veel mais in rantsoen
Op twee van de vier bedrijven lag de capaciteit ruim boven 9 ton per uur. Dat gaat dan om de totale hoeveelheid gescheiden mest. Deze veehouders hebben beide een relatief mais-rijk rantsoen. Bij een andere veehouder met weinig mais in het rantsoen lag de capaciteit op 4,92 ton per huur. Het drogestofgehalte was daar wel 34 procent.
Bij de laatste veehouder, ook met weinig mais in het rantsoen, was de capaciteit niet meer dan 2,78 ton per uur met 31 procent drogestof. De andere twee veehouders scheidden 9.3 en 9,6 ton per uur met 30 en 31 procent drogestof.
Capaciteit mestscheider en weidegang
Valacon-Dairy wijdt het verschil aan het hoge aandeel gras. In gras zit immers minder ADL, ofwel celwanden. Zodoende bevat gras minder onverteerbare componenten dan snijmais. Veel weiden zou dus dus ook een negatieve invloed op de capaciteit van de mestscheider hebben.
Bovendien is de structuur van de dikke fractie dichter op de bedrijven waar veel gras wordt gevoerd.