Wanneer moet de mais de grond in? Volgens Handboek Snijmais tussen 20 april en 1 mei, maar het is wel afhankelijk van de bodemtemperatuur. Die moet tussen 8 en 10 graden Celsius liggen. Mais zaaien in een te koude bodem zorgt voor meer plantuitval. Bovendien is er bij eerder zaaien nog kans op schade door nachtvorst.
De bodemtemperatuur is mede afhankelijk van de grondsoort en de ligging van het perceel. Zware en laag gelegen gronden warmen minder snel op. Die gronden worden vaak na 1 mei ingezaaid. Na 10 mei mais zaaien kan voor de biologische maisteelt voordelig zijn. De maïsplanten hebben dan een snelle beginontwikkeling, bodemschimmels kunnen de kiemplanten dan minder aantasten. Bovendien heeft een snel ontwikkelende plant meer voorsprong op het onkruid en dat maakt mechanische onkruidbestrijding makkelijker.
Niet na 15 mei
Zaaien na 15 mei is nadelig voor de opbrengst en de kwaliteit van het eindproduct. Bovendien neemt het risico op slechtere oogstomstandigheden toe. Toch is er met de laatste generaties snijmaïssoorten volgens het handboek een kentering gekomen in de beoordeling van het zaaitijdstip. De huidige rassen lijken het prima toe te laten om laat gezaaid te worden.
Huidige rassen geschikt voor laat mais zaaien
Uit proeven blijkt dat later zaaien nauwelijks nog invloed op de opbrengst heeft, hoewel vroeger de stelregel was dat iedere dag later zaaien dan 1 mei, 80 tot 100 kg drogestof per hectare kostte. Uit proeven met een vanggewas in het voorjaar en late maisteelt blijkt zelfs de hoogte opbrengt. De extra groeidagen in het najaar bootsen kennelijk meer bij dan de extra dagen in het voorjaar. Het kolfaandeel bleef wel achter bij deze methode.