Stengelrot is in Nederland de meest voorkomende schimmelziekte bij mais. De ziekte wordt veroorzaakt door Fusariumschimmels. Bij een ernstige aantasting verrot het merg van de stengelvoet.
De stengels sterven hierdoor vroegtijdig af en knikken vaak vlak boven de grond om. De plant wordt aangetast vanuit de grond via de wortels of de onderste stengelknopen. Een zware aantasting door stengelrot kan de oogst van maïs sterk bemoeilijken. Ook kunnen aanzienlijke oogstverliezen optreden. Een door stengelrot aangetast gewas heeft in het algemeen ook een wat lagere voederwaarde. Gewassen die te lijden hebben gehad van droogte worden sneller aangetast. Aantasting door Fusarium kan tot gevolg hebben dat er mycotoxinen ontstaan.
Tijdig zaaien
Stengelrot is niet chemisch te bestrijden. De aantasting kan voorkomen worden door te zorgen voor optimale groeiomstandigheden voor het gewas en door rassen te kiezen die minder vatbaar zijn voor stengelrot. Met name bij MKS, CCM en korrelmaïs is deze raseigenschap van belang omdat deze gewassen langer op het land moeten staan dan snijmaïs. Ook kan de stevigheid van het gewas worden vergroot door tijdig en niet te dicht te zaaien. Wanneer de ziekte massaal optreedt, kan men het beste zo snel mogelijk oogsten.
Indien maïs in rotatie met tarwe geteeld wordt, moet men er rekening mee houden dat in tarwe geteeld na maïs meer Fusarium kan optreden. Naarmate meer plantresten van mais op het veld achterblijven, zoals bij de teelt van korrelmaïs, is de kans hierop groter. Door goed onderploegen van de maïsstoppel zijn het risico op Fusarium en van te hoge gehalten aan mycotoxinen in de tarwe te verminderen.
Bron: Handboek Snijmaïs