De ervaring leert dat maïs in droge en koude voorjaren positief reageert op een beetje fosfaatrijenbemesting. Dat meldt Verantwoorde Veehouderij. Op intensievere bedrijven is er vaak geen of beperkte ruimte om fosfaatkunstmest aan te voeren. Dit kan alleen door de afvoer van dierlijke mest. Elf proeven geven aan dat rijenbemesting met drijfmest een goed alternatief kan zijn voor kunstmestfosfaat in de rij.
Op intensieve bedrijven zorgt de keuze voor het gebruik van fosfaatkunstmest vaak tot een grotere afvoer van dierlijke mest. Volgens Verantwoorde Veehouderij is dat jammer, want de ervaring leert dat maïs in koude, droge voorjaren positief reageert op een beetje fosfaatrijenbemesting. Jonge maïs wil fosfaat vlak bij de wortels kunnen aantreffen. Bij de vooralsnog gebruikelijke volveldse injectie van drijfmest komt een groot deel van het fosfaat uit mest op plekken terecht waar nooit of pas laat wortels verschijnen.
Onderzoek naar drijfmest in de rij
Instituten uit Wageningen onderzochten of het niet beter was om drijfmest als rijenbemesting te geven. In elf proeven vergeleken zij de opbrengst van maïs waarbij de drijfmest voor de zaai volvelds geïnjecteerd was, met de opbrengst van mais waarbij eenzelfde drijfmestgift in banen met een onderlinge afstand van 75 centimeter geïnjecteerd was. In dat laatste geval werd de maïs enige dagen later op 7-10 centimeter afstand naast de injectiesleuf gezaaid.
Uit de proef bleek dat de opbrengst gemiddeld 10 procent lager was, wanneer na volveldse injectie de rijenbemesting met fosfaatkunstmest werd weggelaten. Het opbrengstverlies verdween vrijwel geheel als de drijfmest niet volvelds, maar in banen geïnjecteerd was. Uit deze proeven bleek ook dat het geven van fosfaatkunstmest dan gemiddeld geen enkel opbrengsteffect meer had.