Het Nederlandse maisareaal beslaat dit jaar 22.6030 hectare, 1,8 procent minder dan in 2013. Dat blijkt uit de voorlopige landbouwtelling 2014 van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS). Uit de cijfers is af te lezen dat het maisareaal minder hard gedaald is dan verwacht.
In april werden de nieuwe derogatie-eisen bekend waaronder het aandeel grasland van minimaal 80 procent. Er werd een daling van 8 tot 10 procent geschat, wat neerkomt op een verlies van zo’n 20.000 hectare. Dat het areaal nu minder hard gedaald lijkt te zijn, heeft ook te maken met de knelgevallenregeling voor veehouders die door vroeg maiszaaien niet aan de 80-procent-eis kunnen voldoen. Vorige week maakte de Rijksdienst Voor Ondernemend Nederland (RVO.nl) bekend dat zich daar een kleine 1.400 veehouders voor hebben aangemeld.
Daarnaast is er op het laatste moment ook meer mais ingezaaid in Groningen en Drenthe. Door hevige regenval begin april zijn daar aardappel- en bietenpercelen opnieuw ingezaaid met mais. Ook zijn er akkerbouwers die tijdig inspeelden op een dreigend tekort aan ruwvoer en mais inzaaiden met het oog op verkoop tijdens de oogst.
Tegenover een krimp van het maisareaal staat een forse groei van het aantal hectares tijdelijk grasland. Met 235.560 hectare is dit areaal met 12,3 procent gegroeid. Het grootste deel van deze groei gaat ten koste van het areaal blijvend grasland. Dat is met 17.380 hectare teruggelopen tot 704.710 hectare. (Boerderij)