Voor de meeste derogatiebedrijven zijn er nog veel uitdagingen voor de maïsteelt van volgend jaar. Dat vermeldt BLGG AgroXpertus. Veel bedrijven moeten hun areaal nog inkrimpen tot 20%, en er mag volgend jaar geen P-kunstmest meer gebruikt worden. 5 tips voor een goede maïsopbrengst in 2015.
Uit diverse bemestingsonderzoeken, van onder meer het NMI en de WUR, blijkt dat op percelen met een hoge fosfaattoestand en goede P-beschikbaarheid de opbrengstderving door het niet gebruiken van een P-rijengift, meevalt. Op percelen met een lage fosfaatbeschikbaarheid kan de opbrengstderving echter variëren van 10-20%. Een goede voorbereiding is dus erg belangrijk.
Tip 1: Maïs eraf, kalk erop
Bekalken is altijd het eerste wat u moet doen zodra de maïs van het land is. Een goede pH zorgt voor een goede beschikbaarheid van mineralen. Bij een lage pH, onder de 5, wordt er meer fosfaat gebonden aan onder meer ijzer in de bodem. Daarnaast beperkt het de kaliumlevering door de bodem. Een zandperceel met een pH van 5,5 kan al snel meer dan 150 kg K2O meer leveren dan een perceel met een pH die lager is dan 5. Dit scheelt al snel 1 ton droge stof per hectare. (Lees ook: Goede kalivoorziening mais begint met bekalken)
Tip 2: Teel maïs op percelen die rijk zijn aan kalium en fosfaat
U moet waarschijnlijk in verband met de derogatie wat schuiven in uw gras- en maïsareaal. Zorg ervoor dat u uw maïs teelt op de percelen met de hoogste fosfaattoestand. Deze percelen hebben de hoogste opbrengstpotentie voor maïs, en de minste opbrengstderving door het wegvallen van de P-rijengift. Blader eens door uw bodemonderzoeken om te kijken welke percelen mogelijkheden bieden (of kijk op mijnpercelen.nl). Het is zaak om hier nu al naar te kijken, want wellicht betekent dit dat u nu wat extra maïsland wilt inzaaien voor grasland. Dit moet zo snel mogelijk na de maisteelt. (Meer informatie over grondanalyse met BemestingsWijzer bouwland of BemestingsWijzer grasland)
Tip 3: Analyseer uw drijfmest
U weet hoeveel minder fosfaat u met kunstmest aanvoert straks. Maar hoeveel voert u eigenlijk aan met drijfmest? De volledige fosfaatgift is straks afhankelijk van uw drijfmest. Door te weten wat er in zit, kunt u sturen op de juiste hoeveelheid drijfmest. Wellicht moet die nu hoger zijn. Het kan zijn dat u daar voor uw eerste snede bemesting al rekening mee moet houden, zodat u voldoende mest overhoudt voor het maïsland. (Meer informatie drijfmestanalyse)
Tip 4: Bemest drijfmest in de rij
Bemest drijfmest in de rij. Dat kan namelijk de fosfaatkunstmest vervangen, en zelfs nog hogere opbrengsten geven. Vraag bij uw loonwerker naar de mogelijkheden om drijfmest in de rij te bemesten of bekijk hier een overzicht met aanbieders bij u in de buurt. Het is wel zaak dat u voldoende drijfmest kunt plaatsen. Een topmaïsopbrengst zorgt namelijk al snel voor 90 kg fosfaatonttrekking. Om deze onttrekking aan te vullen is 60 kuub drijfmest nodig.
Tip 5: Bij scheuren blijvend grasland: geen P-bemesting of drijfmest nodig
Wanneer u wat wisselbouw in uw bouwplan opneemt is het goed om te weten dat, wanneer u blijvend grasland scheurt, er dusdanig veel mineralen vrijkomen dat een P-bemesting niet veel toevoegt aan de opbrengst. Zelfs een drijfmestgift heeft weinig toegevoegde waarde, blijkt uit onderzoek. U kun deze drijfmest efficiënter op uw grasland of continuteelt toepassen. Dan heeft u hier meer rendement van. Of beperk de drijfmestgift tot een kleine gift voor het grasland dat u wilt scheuren, als u hier eerst nog gras wilt oogsten. Scheurgrond geeft altijd een bijzonder goede maïsopbrengst. Dat is bijzonder welkom als u uw areaal moet inkrimpen.
Bron: BLGG AgroXpertus