Hier en daar worden de eerste maïspercelen geoogst. Vaak zelfs maar een deel ervan. In veel gevallen wordt het oogstmoment bepaald door het tekort aan maïskuil en niet door de rijpheid van de maïs. Ook bij de Maïsmeetnet-deelnemers wordt nog nauwelijks geoogst. Dat meldt Nieuwe Oogst.
Terwijl Jaap Koorn uit Hippolytushoef zijn maïs bekijkt, start de loonwerker bij een belendend perceel met hakselen. Vooralsnog is er af en toe een wagen gehakseld, voor een ondernemer die door de maïsvoorraad heen is. “Dit keer lijkt het serieus, ze zijn met meerdere wagens”, vertelde de melkveehouder dinsdag. Koorn betwijfelt of het gewas rijp is. Bij zijn eigen maïs rijpt de plant af, de korrel is nog niet deegrijp: “Er spuit nog melk uit.” Elders is vooral de extreem vroege maïs een stuk verder.
Korrels bevatten nog vocht
Bij Hallumer Willy Aarts in de buurt was al wel een perceel oogstrijp. “Dat was ook een extreem vroeg ras. Maar wat wil je. Dit is een september die je als maïsteler graag wenst”, stelt de melkveehouder. Zelf is hij nog niet zover. Hoewel de onderste bladeren afsterven, bevatten ook zijn korrels nog vocht.
Bij zijn provinciegenoot Roelof de Jong uit Sibrandabuoren is het gewas nog wat verder van huis. Hij liep maandag met adviseur Hein-Willem Leeraar door een proefveld van maïs onder folie. “De vroege rassen schieten al aardig op, maar bij de wat latere rassen, zoals de mijne, is de korrel nog wit. Bij een afrijping van grofweg 3 procent per week, onder deze omstandigheden, kom je al snel op eind september als oogstmoment.”
Roger Brosens uit Wouwse Plantage heeft ook geduld. Hij wil het gewas bij een drogestofpercentage van 40 procent inkuilen. “Een wat droge maïs past niet alleen goed bij het grasrantsoen, ook is de hoogste kuil 3,5 meter hoog. We ervaren dat bij een wat vochtiger gewas in de kuil de onderste laag maïs wat verzuurde als gevolg van het zakkende vocht”, geeft hij aan.