Van de melkveehouders die dit seizoen maïs gaan telen, gaat 38 procent na de maisoogst gras of een ander vanggewas telen. Zo proberen deze veehouders te voldoen aan de nieuwe wetgeving om voor 1 oktober een vanggewas te zaaien.
Dit tussenresultaat komt uit de nog lopende online MaïsScan. De MaïsScan is een onafhankelijk onderzoek dat door onderzoeksbureau Geelen Consultancy voor de zesde keer wordt uitgevoerd. Iets meer dan 600 maïstelers hebben tot nu toe al meegewerkt aan de online MaïsScan.
Verder kiest 30 procent van de maïstelende veehouders voor onderzaai van gras of een ander vanggewas wanneer de maïs kniehoog staat. 6 procent van de veehouders gaat gelijktijdig gras of een ander vanggewas met de maïs zaaien als deze net opkomt. 4 procent van de maïstelende veehouders noemt nog ‘alleen grasland, geen maïs meer telen’. De overige veehouders hebben geantwoord met ‘anders, nl … (12%)’ of ‘weet het (nog) niet/niet van toepassing (10%)’.
Verreweg de meeste veehouders die voor een vanggewas kiezen, kiest voor gras (bv Raaigras, Rietzwenk). Opvallend is dat Snelle Lente Rogge relatief vaak genoemd wordt. De veehouders mochten meerdere vanggewassen aangeven.
Aan de maïstelende veehouders is gevraagd waar meeste voederwaarde in de mais zit voor de melkkoe: in de korrel of in de rest van de plant (stengel, bladeren)? Veehouders hebben 100 punten verdeeld over “korrel” en “rest van de plant”. Hoe meer punten, hoe hoger de uiteindelijke voederwaarde voor de melkkoe. Driekwart van de totale voederwaarde in de maïs zit volgens de veehouders in de korrel.