Fosfaatkunstmest mag door derogatiedeelnemers niet meer worden toegepast in de maisteelt. Herre Bartlema, directeur van stichting NCOR, stelt dat toedienen van fosfaatkunstmest als startbemesting op veel plekken nog altijd de standaard is. Bartlema ziet struviet als enig en goed alternatief.
Struviet is een verzamelnaam voor een reststof uit onder meer de aardappelverwerking, waterzuivering en mestverwerking. Het ontstaat door het terugwinnen van fosfaten uit afvalwater door de toevoeging van magnesium. Struviet uit diverse processen is toegelaten als meststof in de landbouw volgens bijlage Aa behorende bij artikel 4 van de Uitvoeringsregeling Meststoffenwet. Struviet is dus een kunstmestvervanger van organische oorsprong en mag als kunstmest aangewend worden. De leverancier van struviet vermeldt de gehaltes. Aan een handelskanaal wordt momenteel volop gewerkt ,waardoor struviet straks via meststoffenleveranciers geleverd kan worden.
‘Quick release’
Scheikundig kenmerk van struviet is dat het een magnesium- en ammoniumkhoudende fosfaatverbinding is. Bovendien is het stapelbaar. Vaste struviet is een zogenoemde ‘slow release’ meststof. De mineralen komen gedurende het groeiseizoen vrij. Meng je de vaste struviet met een zuur, spuiloog, de reststroom uit luchtwassers bijvoorbeeld, dan heb je volgens Bartlema een goede startmeststof dat zich juist kenmerkt door ‘quick release’.
Dunne fractie
Bij toediening in de mais zorgt struviet voor direct beschikbare fosfaat, het vervangt dus het zogenoemde ‘starterfosfaat’, de meststof die derogatiedeelnemers nu niet meer mogen toedienen bij het zaaien van mais. Bijkomend: ook de dunne fractie van gescheiden mest is fosfaatarm. Voor bedrijven die de dikke fractie afvoeren, is toedienen van struviet in de rij volgens Bartlema dus een goede optie. Sowieso is Bartlema groot voorstander van rijenbemesting. Hij is tevens directeur van NCOR, een stichting die zich de bevordering van rijenbemesting tot doel stelt.
Bijlage Aa
Onlangs is een advies uitgebracht over de toelating van struviet als verhandelbare meststof aan en in opdracht van de overheid. “Niet alle struviet mag op dit moment verhandeld worden als meststof”, stelt Bartlema. Alleen struviet die vrijkomt bij de verwerking van kalvermest en aardappelen, alleen daarvan is duidelijk dat de meststof geen landbouwkundige nadelen heeft.” De toegelaten struvietsoorten zijn opgenomen in Bijlage Aa bij de Uitvoeringsregeling Meststoffenwet. Bartlema verwacht dat er volgend jaar struviet uit meer stromen opgenomen wordt in de bijlage.
Slangenpomp
Het aanwenden van struviet vraagt expertise. Struviet is namelijk blubber en niet rein. Je moet het dus filteren, maar dan blijf je zitten met de grove delen, die moet je alsnog aanwenden of afzetten. Verpompen met een slangenpomp is tevens een optie. Een slangenpomp kan ook de grove delen verpompen. Om struviet in oplossing te houden moet je het roeren of er een stof aan toevoegen waardoor een suspensie ontstaat. Duidelijk mag wezen dat aanwenden van vloeibare struviet een klus voor de loonwerker is.
Mengen van niet gedroogd struviet met organische mest zou kunnen, maar levert dan een slecht oplosbaar fosfaat.. Met zuur gemengd struviet mengen met organische mest is uit den bozen vanwege het ontstaan van giftige gassen.
Gehaltes
De minerale samenstelling van struviet is erg wisselend. Bartlema geeft aan, dat rekening gehouden kan worden met een fosfaatgehalte van maximaal 20 procent P2O5. Door combinatie met spuiloog en ureum kan volgens Bartlema een ideale startermeststof onstaan met een stikstof-fosfaatverhouding van vier op één.