Waar de graskuilen van 2015 alle VEM-records breken, blijft de snijmais dit jaar achter. Dat blijkt uit een analyse van Eurofins Agro, voorheen BLGG AgroXpertus. De kou en droogte in het voorjaar en de natte periode in het najaar hebben geleid tot lagere VEM- en zetmeelgehaltes.
De gemiddelde VEM-waarde van de eerste 5500 snijmaiskuilen uit 2015 ligt met 980 VEM onder het vijfjarig gemiddelde. Dat geldt ook voor het zetmeelgehalte. De mais is dan ook aanzienlijk minder droog. De oorzaak ligt waarschijnlijk, voor een groot deel, in de groeivertraging die de mais in het voorjaar heeft opgelopen vanwege de kou en droogte. Vervolgens kende september erg natte en slechte weersomstandigheden waardoor de afrijping niet wilde vlotten.
Het oogstmoment uitstellen heeft lang niet altijd het gewenste effect gehad. De plant was namelijk vaak al afgestorven terwijl de korrel nog niet geheel gevuld was met zetmeel. Als de plant volledig afgestorven is, is de vorming van extra zetmeel nihil. Wachten heeft dan nog weinig zin. Er zijn veel percelen geweest die dit jaar helaas nooit rijp geworden zijn. Met de omstandigheden van dit jaar worden de verschillen tussen ‘vroege’ en ‘late’ rassen weer goed zichtbaar.
Kwaliteit ontwikkeling
Ondanks de slechte weersomstandigheden is de kwaliteit van de mais dit jaar nog steeds aanzienlijk beter dan in de jaren voor 2009. De ontwikkeling van nieuwe snijmaisrassen heeft duidelijk voor een blijvende verbetering in de snijmaiskwaliteit gezorgd.
Links: ontwikkeling VEM-gehalte Rechts: ontwikkeling zetmeelgehalte.