Het maisteeltseizoen 2016 is zeer wisselend verlopen. De weersomstandigheden in het voorjaar waren goed waardoor de bemesting, de grondbewerking en het zaaien vlot verliepen. De beginontwikkeling was goed en ook de gewasbescherming kon goed worden uitgevoerd.
Vervolgens is er een periode met grote en plaatselijk extreme neerslag geweest waar de gewassen op sommige plekken veel schade van hebben ondervonden. Met name het zuidelijke deel van Nederland had veel schade. Een aantal telers heeft daar zelfs besloten de resterende mais onder te werken en een ander gewas te telen.
Sommige percelen noodrijp
De weersomstandigheden richting de oogst waren goed waardoor de mais voldoende tijd had om goed af te rijpen. Kort voor en tijdens de oogst was het heel droog voor de tijd van het jaar waardoor de hooggelegen percelen hier en daar noodrijp werden. Zolang er voldoende vocht in de bodem aanwezig was ging de afrijping gewoon door en kon de mais zonder problemen geoogst worden. Ook de groenbemester kon onder gunstige omstandigheden ingezaaid worden.
De kwaliteit van de mais is gemiddeld genomen goed. Wat opvalt is dat het drogestofgehalte gemiddeld nogal hoger ligt dan in andere jaren. Dit komt met name door de droge omstandigheden tijdens de afrijping en oogst.
Maisprijs
Er zat behoorlijk wat spreiding in de maisprijzen tijdens de oogst. In Noord en Oost Nederland, waar voldoende mais beschikbaar was, lag de prijs ronde de 1,40 euro per procent drogestof per ton franco. In Zuid en West Nederland waren de prijzen hoger en konden oplopen tot 1,60 euro per procent drogestof per ton franco.
De prijzen van kuilmais varieerden afhankelijk van de bijbehorende analyse tussen 40 en 60 euro per ton franco.
De prijsontwikkeling en vraag voor het komende jaar zal afhangen van een aantal factoren:
- Ruwvoerpositie richting het voorjaar
- Komende groeiseizoen
- Ontwikkeling van de melkprijs
- Maatregelen m.b.t. fosfaat en bijbehorende inkrimping van veestapel
Kuilmais
In Zuid Nederland is er weinig tot geen aanbod van kuilmais. In Midden en Noord Nederland is er ruim voldoende aanbod waardoor de verwachting is dat er geen tekort aan kuilmais zal komen. In totaal is er in 2016 minder mais verhandeld dan in 2015. De belangrijkste redenen hiervoor zijn de bovengemiddelde grasgroei en de matige liquiditeitspositie.
