Delphy heeft in 2016 een zaaitijdstippenproef uitgevoerd om te onderzoeken of het mogelijk is om snijmaïs vroeger te zaaien. Dat meldt AgriHolland. De proef is in Nijkerk aangelegd met het zeer vroege snijmaïsras Ambition van Limagrain, het vroege ras Firefox van euroCorn, de middenvroege rassen Agro Polis van KWS en PR39F58 en het middenlate ras P8642 ook van Pioneer.
Er is gezaaid op 11 april, 25 april en 12 mei. Het bleek dat de maïs die vroeg gezaaid wordt, meer dagen heeft aan tot 50% vrouwelijke bloei. Het drogestof gehalte in de plant en in de kolf is bij vroege zaai nogal wat hoger.
In de praktijk wordt snijmaïs gezaaid tussen 20 april tot medio mei. Vanuit de kweekbedrijven wordt benadrukt dat vroeg zaaien zeker voor middenvroege en middenlate rassen een belangrijk aandachtspunt is. Bij te late zaai, kan het voorkomen dat de mais niet afrijpt. Daarmee wordt de rentabiliteit van de maisteelt negatief beïnvloed. Niet goed afgerijpte mais bevat minder zetmeel. Dat betekent dat een koe van deze maïs minder melk produceert dan van maïs met een hoog zetmeelgehalte.
De proef is in Nijkerk aangelegd met het zeer vroege snijmaïsras Ambition van Limagrain, het vroege ras Firefox van euroCorn, de middenvroege rassen Agro Polis van KWS en PR39F58 en het middenlate ras P8642 ook van Pioneer. Er is gezaaid op 11 april, 25 april en 12 mei. Door de slechte weersomstandigheden, heeft tot begin mei geduurd voordat de mais die op 11 april gezaaid was, boven stond. De mais gezaaid op 25 april kwam al sneller op en de mais gezaaid op 12 mei stond met 1 week boven de grond. Het bleek dat de maïs die vroeg gezaaid wordt, meer dagen nodig heeft aan tot aan het stadium van 50% vrouwelijke bloei. De gemiddelde periode tot aan dit stadium over de 5 rassen was bij de maïs die op 11 april werd gezaaid 101 dagen. Bij de maïs op 25 april gezaaid was dat 91 dagen en de periode bedroeg 84 dagen voor de maïs die pas op 12 mei werd gezaaid.
Het droge stofgehalte in de plant en in de kolf is bij vroege zaai van de maïs nogal wat hoger. Het ras PR39F58 reageert op dit punt anders: het droge stofpercentage in de kolf is voor dit ras bij de 3 zaaitijdstippen globaal gelijk. Het droge stofgehalte in de plant neemt wel af bij late zaai. Het ras rijpt in de kolf dus sneller af dan in de plant. Dit beeld stemt overeen met de waarnemingen uit het rassenonderzoek van Delphy met het ras PR39F58. (AgriHolland)