De Europese Commissie hanteert vanaf 27 april een importheffing van 5,27 euro per ton maïs, sorghum en rogge. De maatregel is een gevolg van de lage prijs voor maïs op de wereldmarkt.
De invoerheffing wordt op grond van een Europese verordening automatisch van kracht. Daarbij wordt gekeken naar het verschil tussen de Europese referentieprijs en de prijs voor maïs in de Verenigde Staten, die als richtprijs voor de wereldmarktprijs wordt beschouwd.
In de Verenigde Staten is de prijs voor maïs sterk gedaald omdat de olieprijs sterk naar beneden is gegaan. De daling van de olieprijs heeft tot gevolg dat er minder vraag naar bio-ethanol bestaat. Maïs is een belangrijke grondstof voor de productie van bio-ethanol. Daarnaast wordt er een recordoogst voor maïs verwacht in het seizoen 2020/2021. Door de daling van energieprijzen is bovendien het verschepen van maïs minder duur geworden. De prijs voor maïs in de Rotterdamse haven is daardoor in een jaar afgenomen van 162,24 euro naar 149,84 euro.
Sinds 1 juli 2011 is in de Europese Unie besloten om importheffingen op maïs, rogge en sorghum aan elkaar te koppelen. Daarom geldt de heffing van 5,27 euro per ton nu ook bij de invoer van rogge en sorghum. De laatste keer dat de Europese Unie heffingen op deze landbouwgewassen hanteerde was in de periode tussen augustus 2017 en maart 2018. In die periode varieerde de heffing tussen 5 en 10 euro per ton. (AgriHolland/Europese Commissie)