Kansen spreiden met vroege rassen

Elgie-week-1Vooral in Noord-Duitsland zitten sommige maistelers krap in de voorraad na drie slechte maisjaren schrijft Dlz Agrarmagazin. In 2011 en 2012 was het weer in het najaar slecht waardoor veel telers de afrijping niet afwachtten. In 2013 stonden de jonge maisplanten 3 weken achter door het koude voorjaar. Dat kwam de kolfzetting in het najaar niet ten goede.

Dlz adviseert telers die het risico op krapte in het vervolg uit willen sluiten. Het risico spreiden door op een deel van de arealen vroege rassen te zaaien is een optie. Veel telers kiezen geen vroege rassen, omdat late rassen een hogere opbrengst hebben. Maar een afgerijpt vroeg ras brengt meer op dan een niet rijp laat ras, aldus Dlz.

Vijf weken eerder oogsten

Wie in 2014 zijn mais vijf weken eerder kan oogsten, kan een opbrengstvermindering van tien procent in 2013 dichten, beredeneert Dlz. Bovendien kan na de oogst van zo’n ras nog gras of wintergerst gezaaid worden. Telers in droge gebieden doen er goed aan ploegloos te telen, dat zorgt voor meer beschikbaar water in de zomer, hoewel ploegen over het algemeen nog altijd voor een goede opbrengst zorgt. In het voorjaar warmt de grond namelijk sneller op.

Beginontwikkeling

Ook wijst Dlz erop rassen te kiezen met een goede beginontwikkeling. Ook op de Duitse rassenlijsten is een waardering voor beginontwikkeling te vinden. Vroege rassen zaaien wordt vaak niet overwogen, stelt Dlz. Een ras dat bij het gebied en het perceel past, zorgt vaak voor de beste opbrengst. In het noordelijke Schleswig-Holstein worden vaak rassen aanbevolen met een laag ‘rijpingsgetal’. Die rassen worden elders nauwelijks gezaaid, maar presteren goed onder zware omstandigheden.

Dit bericht delen:
Dit bericht is geplaatst in Nieuws. Bookmark de permalink.

Reacties zijn gesloten.