Het Louis Bolk Instituut is in 2018 binnen het netwerkproject ‘Boer, bier en water” een verkennend onderzoek gestart naar alternatieve bodembedekkers die als permanent ondergewas kunnen dienen in de maisteelt. Binnen de projecten ‘Innovatieve maisteelt’ en ‘Ruwvoer, bodem & kringlooplandbouw’ is dit onderzoek in 2021 vervolgd met een veldproef op zandgrond in De Glind.
Het jaarrond bedekt houden van de bodem in maisteelt is een mogelijke maatregel die de uitspoeling van nutriënten verder beperkt dan het zaaien van een vanggewas. Het ondergewas moet de bodem goed bedekken voor goede onkruidonderdrukking en minimale nutriëntenuitspoeling, maar het ondergewas moet ook zo min mogelijk concurrentie vormen voor de mais. Uit proeven met mais zaaien in een bestaande graszode, zonder doodspuiten, blijkt het gras altijd een te grote concurrent te vormen voor een goede maisontwikkeling.
De proef in De Glind bestaat uit kleine proefveldjes met negen verschillende bodembedekkers:
- Hardzwenk + microklaver
- Roodzwenk
- Grote veldbies
- Bosaardbei
- Waldstenia
- Subterranean clover
- Trachystemon orientalis
- Symphytum grandiflorum ‘Wisley Blue’
- Lamium garganicum
Als referentie wordt standaard maisteelt met onderzaai van Italiaans raaigras meegenomen. In 2021 zijn de verschillende bodembedekkers gezaaid of geplant en half mei dit jaar werden er in één werkgang strookjes van 5 tot 10 centimeter breed gefreesd waarna de mais werd gezaaid in de verschillende bodembedekkers.
Er wordt in het onderzoek gekeken naar de ontwikkeling van de mais en naar de handhaving van de bodembedekkers. Daarnaast worden vanuit het project ‘Klimaatadaptatie in de praktijk’ metingen verricht naar het effect van bodembedekkers op de vochttoestand in de bodem. De bedoeling is om in 2023 en 2024 op dezelfde manier mais in de bodembedekkers te zaaien. (AgriHolland)