Het Nederlandse maisareaal bevat dit jaar opnieuw een hoger aandeel zeer vroege en vroege maisrassen. Dat meldt Limagrain.
De zaadveredelaar schat het aandeel vroege rassen in de maïsmarkt dit jaar op ruim 75 procent. „In de maisrassenkeuze verschuift de focus van telers van puur drogestofopbrengst naar voederwaardeopbrengst en oogstzekerheid”, constateert Jos Groot Koerkamp Limagrain. Hij ziet hiervoor verschillende redenen. „De afgelopen jaren werden latere rassen niet overal goed rijp, waardoor er veel voederwaardekwaliteit verloren ging.”
Koerkamp geeft aan dat de opbrengstpotentie van vroege rassen door veredelingsinspanningen erg dicht bij die van middenvroege rassen gekomen, of is soms zelfs nog hoger. „Het gaat in belangrijke mate om een stuk oogst- en kwaliteitszekerheid. In de Kringloopwijzer wordt een hoge voederwaardeopbrengst per hectare nog extra gestimuleerd.” (Nieuwe Oogst)