Het kost China zeker tien jaar om de immense maisvoorraad af te bouwen. Dat meldt Boerderij.nl. China kondigde eind maart dit jaar aan de maisvoorraden op de markt te brengen en de opkoop van mais fors te verminderen. Het interventiebeleid kost te veel geld.
Volgens Rabobank heeft dit gevolgen voor de internationale markten voor alle voergrondstoffen. De vraag naar veevoer stijgt in China. Maar door de afbouw van de maisvoorraad is het aanbod groot. Dat drukt de vraag naar andere voergrondstoffen, die daardoor minder worden geïmporteerd.
Tweede maisproducent
China is momenteel de tweede maisproducent in de wereld, na de Verenigde Staten. De overheid kocht afgelopen seizoen 125 miljoen ton mais, stelt de Rabobank in een rapport over de Chinese maismarkt. De interventieprijs is twee keer zo hoog als de maisprijs af boerderij in de VS. Het Chinese maisareaal groeide 30% in acht jaar. Dat ging ten koste van sojabonen en katoen. Maar fabrikanten importeren grondstoffen die goedkoper zijn dan mais. Daardoor groeide de Chinese maisvoorraad afgelopen seizoen naar 250 miljoen ton. Dat is 1,4 keer het jaarlijkse verbruik.
Rabobank schat dat het beheer van de maisvoorraad de Chinese overheid ruim $10 miljard (€9 miljard) per jaar kost. De overheid wil dat het maisareaal krimpt en dat de akkerbouwers meer sojabonen en aardappelen telen. De importheffingen op een aantal voergrondstoffen zijn verhoogd. Daardoor gebruiken de voerproducenten nu meer binnenlandse mais. De overheid bouwt volgens Rabobank de maisvoorraad langzaam af om te voorkomen dat de prijs voor de maistelers te hard daalt. (Boerderij.nl)