Op Dairy Campus wordt onderzocht of sorghum als ruwvoer op een melkveebedrijf kan worden ingezet, naast gras en mais. Zo kan de rotatie met maïs worden verruimd en de nadelen van continu maïsteelt voorkomen.
Om de effecten van sorghum op voeropname, melkgift, melksamenstelling, voerefficiëntie en methaanvorming in de pens die via de ademlucht vrijkomt, vast te stellen, wordt een proef met 16 koeien uitgevoerd in de voedingsstal op het innovatiecentrum in Leeuwarden. In dit project wordt de potentie van sorghum in de melkveehouderij onderzocht met als doel de vruchtwisseling in de melkveehouderij te verruimen. Sorghum is een nieuw gewas voor de Nederland (en België) dat qua groeiwijze, teelt en samenstelling lijkt op maïs.
Vier groepen van vier dieren
De proef is onlangs gestart met een voorperiode van 2 weken waarin de koeien wennen aan de groep, aan het voersysteem en het rantsoen. Alle dieren krijgen in deze periode alvast een aandeel sorghumkuil in het rantsoen (25% van de totale ruwvoergift). Na de voorperiode duurt het onderzoek nog 12 weken, verdeeld over 4 perioden van elk 3 weken. De dieren zijn ingedeeld in vier groepen van 4 dieren. Elke groep krijgt gedurende 3 weken één van de proefrantsoenen. Na elke periode van 3 weken wisselt het proefrantsoen. Aan het einde van de proef hebben alle dieren alle rantsoenen gekregen. Bij de start van de proef zijn de dieren tussen 60 en 120 dagen in lactatie.
Er worden drie niveaus van sorghumsilage gehanteerd. 16,7 procent, 33,3 procent en 50 procent van de ruwvoer drogestof, plus een controle rantsoen zonder sorghum. In alle rantsoenen bestaat de helft van het ruwvoer uit grassilage en vervangt sorghum (een deel van de) snijmaïssilage. Daarnaast krijgen de dieren ook krachtvoer in de melkstal, de krachtvoerbox en de Greenfeed. Hier wordt de individuele methaanemissie in pensgassen gemeten. Van de deelnemende koeien wordt de individuele voeropname, melkgift, melksamenstelling en lichaamsgewicht gemeten.
De eerste resultaten komen in het najaar van 2021 beschikbaar.