Bij maispercelen op voormalig grasland ouder dan drie jaar die zijn gescheurd komen hoge stikstofverliezen voor. Dat blijkt uit metingen die de afgelopen 2 jaar binnen het project Vruchtbare Kringloop Achterhoek en Liemers zijn gedaan bij meer dan 250 melkveebedrijven. Dat meldt Nieuwe Oogst. De hoeveelheid stikstof die in totaal beschikbaar is bij gescheurd grasland, is vaak beduidend hoger dan de mais kan onttrekken.
Wanneer er maïs wordt geteeld komt er vrij veel stikstof vrij uit de oude zode. Vaak wordt standaard ook een hoeveelheid drijfmest gegeven, stellen Laurens Gerner van waterschap Rijn en IJssel, Gerjan Hilhorst van proefbedrijf De Marke van Wageningen UR en Toon van Kessel van Vitens. Zij zijn betrokken bij het project Vruchtbare Kringloop Achterhoek en Liemers.
In het najaar van 2014 en 2015 werd in het project op een perceel gras en maïs bepaald hoeveel minerale stikstof er in de bodemlaag tot 90 centimeter achterbleef. Het aantal percelen met een overschot van meer dan 60 kilo stikstof per hectare bleek bij maïspercelen ruim 2 keer zo groot als bij grasland. Bij één groep deelnemers werden in maart 2015 dezelfde percelen opnieuw onderzocht. Het bleek dat van de 150 of 200 kilo stikstof per hectare in het najaar er in het voorjaar nog maar circa 20 kilo in de bodem aanwezig was. Dat betekent dat er 130 tot 180 kilo stikstof per hectare verloren is gegaan. De uitschieters kwamen vooral voor bij maispercelen die het jaar ervoor in gebruik waren als grasland. (Nieuwe Oogst)