Amerikaanse boeren hebben het Zwitserse concern Syngenta aangeklaagd vanwege de levering van een genetische gemodificeerde variant maïs die nog geen toelating had in China. Dat meldt AgriHolland.
Het was voor de boeren tijdelijk niet mogelijk de maïs naar China te exporteren. De boeren willen de zaak via een schadevergoeding van 1,51 miljard dollar schikken met Syngenta. De vergoeding is bestemd voor maïstelers, graanhandelaren en exploitanten van ethanolfabrieken die na 15 september 2013 maïs verkochten. Ook het Amerikaanse handelsbedrijf Cargill claimt schade bij Syngenta. Het bedrijf is het niet bij het schikkingsvoorstel van de boeren betrokken. Archer Daniels Midland meldt dat in februari van dit jaar een schikking met Syngenta werd getroffen.
De zaak draait om een genetisch gemodificeerde variant van maïs die Syngenta in 2010 op de markt bracht. De maïsvariant Agrisure Viptera beschikt over een ingebouwde eigenschap die het gewas weerbaarder maakt tegen insecten. Syngenta bracht de variant op de markt voordat er een toelating was voor import van deze maïs in China. Die toelating kwam er pas in december 2014. Het gevolg was dat China een tijd lang op grote schaal importen van maïs uit de Verenigde Staten weigerde. Dat had zijn weerslag op de maïsprijs, stellen de boeren.
Syngenta vindt dat het bedrijf geen blaam treft. Het concern stelt dat er in 2010 geen enkele onderneming wachtte met de introductie van een nieuwe genetische gemodificeerde gewasvariant op de Amerikaanse markt omdat er nog geen toelating voor de import in China beschikbaar was. Daarnaast waren er volgens het concern voldoende alternatieve exportbestemmingen voorhanden voor de Amerikaans maïs.