Van de maïstelers heeft 8 procent het afgelopen seizoen veel problemen gehad in de maïsteelt; 27 procent heeft in enige mate problemen ondervonden. Het meestgenoemd is verdroging (71 procent) maar ook builenbrand wordt met 31 procent opvallend vaak genoemd. Dat meldt Melkvee.nl.
In vergelijking met de vorige MaisScan leverde de maïsteelt in 2019 minder problemen op dan in 2018. Telers die problemen met de teelt hebben gehad, geven aan dat ze het komende seizoen daarop inspelen door rassen te kiezen die beter bestand zijn tegen droogte en builenbrand, en dat ze meer willen beregenen.
Bij de keuze voor een maïsras wordt ‘korrelopbrengst/zetmeelopbrengst’ wederom het meest genoemd (37 procent). Iets meer dan één op de drie maïstelers noemt ‘vroegrijpheid van de totale plant’ en/of ‘vroegrijpheid korrel’. Een op de drie noemt ‘voederwaarde-opbrengst’. Verder noemt men nog relatief vaak ‘voederwaarde per kilo droge stof’ (28 procent) en ‘drogestofopbrengst’ (25 procent). De prijs van het maïszaad wordt tot nu toe maar door 3 procent van de maïstelers genoemd.
Uit een onderzoek van Geelen Consultancy eind 2019 bleek dat de maïstelers het minst tevreden zijn over onderzaai en het meest tevreden zijn over het zaaien van een vanggewas na de maïsteelt.