Na één dag kan er in nieuwe maiskuilen al silogas voorkomen. De kans daarop wordt groter als er mais met veel groen blad geoogst is. De gasvorming kan toenemen tot de vijfde dag na inkuilen. Na vijf dagen neemt de gasconcentratie af. Na een dag of tien zijn de gassen meestal verdwenen.
Soms vragen de omstandigheden erom snel te oogsten. Ook als de mais nog niet helemaal rijp is. Als het gewas veel groene plantendelen heeft en een laag drogestofgehalte bij inkuilen, kan een sterke gasontwikkeling ontstaan na het inkuilen. Ook overmatige bemesting van de mais en een lange inkuilperiode spelen daarin een rol. Als het kuilfolie bol gaat staan, is het tijd het gas te laten ontsnappen. De zogenoemde ‘nitreuze gassen’ ofwel stikstofverbindingen vormen een gevaar. Die zijn namelijk bijtend en giftig. De nitreuze gassen zijn geelbruin van kleur en zwaar. Ze stijgen dus niet op en ontsnappen over de grond. Wanneer je gas laat ontsnappen is het dan ook belangrijk dat de wind niet richting de stal waait. Er zijn gevallen bekend waarin gassen uit de maiskuil één of meerdere koeien fataal werd. Ook het zorgvuldig kiezen van de plaats van aftappen is van belang, zeker als er beplanting in de buurt staat. Dat kan er namelijk ook niet tegen.
Hoewel de gassen dus alles behalve gezond zijn, is de mais uit de betreffende kuil niet schadelijk voor het vee en ook de kwaliteit van de kuil heeft er niet onder te lijden. Wel hebben deze kuilen vaak oranjebruin verkleurde zijkanten. Overigens is het niet per definitie zo dat in mais, die wordt ingekuild op het juiste tijdstip, zich geen gas ontwikkeld. Percelen waarvan delen in de schaduw hebben gestaan, kunnen ook voor gasvormende kuilen zorgen.