Na een nat seizoen is het risico op gifstoffen in de kuil geproduceerd door schimmels, de zogenaamde mycotoxinen, relatief groot. Vaak worden deze stoffen niet opgemerkt. Ze kunnen wel een ernstig effect hebben op de diergezondheid. Laat bij twijfel de kuil aanvullend onderzoeken op mycotoxinen. Dat meldt Eurofins.
Ieder jaar krijgt Eurofins veel vragen over schimmels en broei in de kuilen. Nog vaker zijn er vragen over allerlei onverklaarbare gezondheids- en productieproblemen van het melkvee. Eén van de zaken waar dan naar wordt gezocht zijn mycotoxinen. Deze staan bekend om hun toxische werking in de stofwisseling.
Mycotoxinen zijn gifstoffen die worden geproduceerd door een groot aantal schimmels die aanwezig zijn op voedergewassen. Deze ontwikkelen zich met name op mais en andere granen. Zowel op het veld als tijdens opslag kunnen schimmels zich ontwikkelen en toxinen vormen die de diergezondheid en productie bedreigen. Vaak gaat het om sluimerende problemen zonder eenduidige oorzaak, zoals verminderde voeropname, tegenvallende melkproductie, lagere weerstand en verminderde vruchtbaarheid.
Het risico op schimmels, en dus mycotoxinen, neemt toe bij stresssituaties van het gewas. Denk hierbij aan een lange droogteperiode, nachtvorst of juist wateroverlast door een hele natte periode. Dit maakt de plant namelijk vatbaarder voor schimmels, en dus ook mycotoxinen.
Het groeiseizoen van 2023 was overwegend nat, met een extreem nat voorjaar en veel neerslag in de zomermaanden juli en augustus. Dit natte seizoen was niet alleen lastig bij het inzaaien, maar ook schimmels gedijen goed bij perioden met veel neerslag én warmte. Doordat de mycotoxinen zelf onzichtbaar en geur- en smaakloos zijn, kan een op het eerste zicht goed uitziende ruwvoerkuil toch veel mycotoxinen bevatten. Eenmaal gevormde toxines blijven aanwezig, dus voorkomen is in dit geval beter dan genezen.
Bron: Eurofins